Kerstverhaal in de Maarstraat.
December was een maand van feest. De sombere winteravonden werden tot 1960 omgekregen, om naar hoorspelen te luisteren die op de radio kwamen. Af en toe viel die uit, maar een klap was voldoende om hem aan de praat te houden. Soebkad in de pot, was zo’n hoorspel. Tegenwoordig noemen ze dat podcast. Hoorspelen ontwikkelde je fantasie.
Bij ons thuis werd sinterklaas gevierd. We hadden ons niet aangepast aan het Kerkraadse gebruik, afkomstig uit Duitsland, om cadeautjes met de kerst te geven. Wij vierden sinterklaas. Dan had je het ook gehad, de cadeautjes. Vanaf half november mochten we soms de schoen zetten en hadden ‘‘s morgens meestal een koetjesreep chocolade er in liggen. Die waren goedkoop, want een bovengronder had maar een karig inkomen. Op Sinterklaas avond gingen we naar bed en konden de slaap nauwelijks vatten, meestal werd het wel in het weekend gedaan, dat kwam beter uit, dan kon je er ook van genieten, dan hoefde je niet naar school. Sinterklaas avond was steevast de zaterdagavond na Sinterklaas. Als we beneden kwamen, allemaal tegelijk, dan stond er voor iedereen op de plek waar je normaal ook at, een bord, vol met snoepgoed pepernoten enz. en er lag een cadeautje. Zo heb ik ooit een vliegtuig gekregen, die had mijn moeder gespaard op de gouda’s glorie zegels. Ik heb er heel wat mee afgespeeld en hij is ook bewaard gebleven, maar nu heb ik hem niet meer. Af en toe haalde ik hem van zolder, speelde er een paar maanden mee en dan ging het weer terug de zolder op.
Als we bijgekomen waren van al deze vreugde belevenissen en gegeten hadden, waarvan de nodige snoep, waardoor we niet meer veel zin hadden in een boterham, gingen we naar oma Crutzen en opa Senden. Daar stond dan weer zo’n bord voor ons klaar met weer een cadeautje voor iedereen. Ik heb ooit een schop gekregen, een rode. Ik was er hartstikke gelukkig mee, hoewel mijn moeder dat niet vond, maar blijkbaar had ze last van concurrentie strijdt.
Als sinterklaas voorbij was en je had op school gepronkt met je cadeautje, keerde de gewone dag weer terug. In december lag er meestal sneeuw, werd er glijbaantje getrokken op het bergje en gleden we de berg af sprongen over de stoeprand en belanden in de heg van de tuin van Aai, waar de doornen van de heg door onze trui prikte. Om vervolgens de berg weer op te lopen om weer een baantje te glijden. Om 5 uur in de avond werd er gegeten en na het eten gingen we weer. In het schijn van de lantaarnpaal een baantje trekken. Iedereen was buiten. Dat maakte het gezellig vond ik. Om 8 uur moesten we naar binnen en naar bed. We sliepen als een steen en de dag kon niet snel genoeg omgaan, om het ritueel van de vorige dag te herhalen. Maar na een paar dagen zette de dooi in en was het weer over. Een Witte Kerst was toen net zo zeldzaam als nu.
Een paar dagen werd er een kerstboom geïnstalleerd, met onder aan de voet een kerststalletje, kindje jezus lag er uiteraard niet in. Want dat was nog niet geboren
Op Kerstavond gingen we naar de nachtmis, en inderdaad kwam het wel eens voor dat als je naar buiten kwam, het aan het sneeuwen was. Op kerstmorgen bleven de gordijnen dicht. Als we beneden kwamen, stond er weer een bord. Achter het bord stond een paddenstoel rood met witte stippen, met een kaarsje erin te branden. Midden op de tafel 2 grote houten kaarsen standaards, die mijn vader en moeder ooit gekregen hadden van ome Mies en tante Keta. Er zaten uiteraard kaarsen in die branden. De kaarsje in de boom branden niet. Dat was te gevaarlijk vond mijn vader die ook brandweerman was op de staatsmijn Wilhelmina. Onder aan de voet van de kaarsen stonden naast de broodkorf 2 boterschotels met echte boter. Normaal kregen we margarine maar met de kerst stond echte boter op tafel. Onbetaalbaar voor mensen met een laag inkomen in die tijd de boter had de vorm van een roosje. Op ons bord lag er een beschuitje met muisjes. Gekleurde hagelslag. De beschuiten waren gesmeerd met echte boter. Er lag naast het normale brood, ook broodjes, krentenbrood op tafel, het krentenbrood en de broodjes bakte mijn moeder zelf.
In de loop van de morgen, kwamen oma Crutzen en opa Senden, om mee te eten met het kerstdiner. Onder het genot van een Willem II sigaar dronk mijn vader en opa een Elske of een jonge jenever. Er werd wat gepraat over het weer en de politiek, tot dat mijn moeder rond 12 uur aan tafel riep voor het kerstdiner. Daar waar normaal Magda en Cecilia zaten, zaten nu Opa en Oma. De tafel was uitgetrokken, zodat er wat meer plaats was, want eind jaren 50 waren we met met 6 kinderen. In 1960 kwam de laatste.
Als voorgerecht kregen we asperges waar omheen gewikkeld was gekookte ham en op het bord was toefjes eigeel gespoten, van gekookte eieren. Er zaten nog allerlei kruiden in.
Daarna kregen we kalfsvlees doorbakken, want dat moest zo van mijn vader, met fruit, meestal uit blik.
Daarna kregen we konijn. Een jaar was Flipje aan de beurt die mijn opa geslacht had zonder mijn medeweten. De verschrikkelijkste dag in mijn jonge leven. We hebben niks van gegeten. Wat een liefde loze ouders had ik. Elke dag had ik voer gesneden voor het konijntje het hok schoongemaakt en daar lag hij nu op ons bord.
Als de konijn voorbij was dan kwam er nog mouse chocola in glazen kuipje en als dat op was en iedereen uitgeblust er bij lag, dan kwam er nog zelfgemaakte Christoffeltaart, die was gemaakt van het eiwit. Want Christoffeltaart is een schuimtaart met heel veel slagroom en chocolade.
Eind jaren 60 begin jaren 70 kwamen de schoonbroeren en kleinkinderen. En werd het vreten op aarde in huize Crutzen. In 1973, stopte ik met het eten van vlees en keek me die vreetpartijen van de zijlijn aan.
Een vegetarische kok was mijn moeder bepaald niet. Ik ben mijn tijd altijd ver vooruit geweest. Nu weten we dat vlees de aarde naar de knoppen helpt. En dat minderen noodzakelijk wordt wil de mensheid overleven. In de loop van de tijd ben ik van vegetariër naar veganist gegaan. Geen dierproducten meer op mijn bord. Ik heb ook geen auto. En panelen op het dak. De moord op Flipje is het begin van de ommekeer. Het was ook het eerste wat ze van me afpakten, zonder te vragen, vele dingen zouden volgen.
Reacties
Een reactie posten